Koolzaad kun je eten. Niet alleen het zaad of de bloemetjes; ook de jonge stelen en blaadjes! En ze zijn lekker. Je proeft dat ze wild zijn: ze smaken wat pittiger dan geteelde groenten. En het mooie is, de bermen staan er in deze tijd van het jaar vol mee!
Lees verderMaand: april 2019
Lentezeep met koolzaadbloemetjes!
Na de winter is er altijd één moment dat je denkt: hoera, lente! Wij hebben dat als het koolzaad in bloei komt. Zodra de dagen weer langer en warmer worden, veranderen de bermen in vrolijke wolken geel. Je krijgt gelijk zin om een grote schoonmaak te houden, op een terrasje te zitten…of lentezeep te maken.
Vanaf eind februari begint Evelien al te speuren naar de eerste dappere koolzaadbloemetjes. In april barst het feest echt los en kan ze bij de bosrand handenvol bloemetjes plukken om te drogen. We combineerden ze met frisse kruizemunt, tijm, citroen en rozemarijn, voor een lentezeep die het winterse stof uit je hoofd blaast!

Tijm staat bekend om zijn ontsmettende en weerstandverhogende eigenschappen. Het wordt geassocieerd met energie, moed, kracht, geluk en gezondheid. De Romeinen deden het zelfs in hun bad voor ze ten strijde trokken. Ook rozemarijn is ontsmettend: het werd in de middeleeuwen in zakjes om de hals gedragen om ziektekiemen te weren. En het koolzaad? Dat heeft een milde, kruidige geur en geeft een geweldige kleur en uitstraling aan de zeep.

Koolzaad bloeit in Nederland gratis in de bermen, maar het is ook een heel belangrijk landbouwgewas. Vroeger werd de olie vooral gebruikt als brandstof voor bijvoorbeeld lampen. Sinds de jaren zeventig is het gewas veredeld en is koolzaadolie bruikbaar voor consumptie; koud geperst is het de basis voor sla-olie en mayonaise.
Ook de bloemetjes kun je eten! Ze hebben een fijne, zoetige smaak en zijn bijvoorbeeld erg leuk in salades. Of in koolzaadpasta, daarover volgende week meer.

Als we bloemetjes in onze zepen gebruiken, plukken we altijd alleen de mooiste, volop bloeiende exemplaren. We drogen de bloemen tot er helemaal geen vloeistof meer in zit. Zo kunnen we ze in de zeep gebruiken zonder dat die er minder lang houdbaar van wordt.
Op de onderstaande foto zie je goed hoe prachtig het geel van de bloemetjes naar voren komt door het drogen.

Als laatste controleren we alle bloemetjes nog een keer met de hand, zodat we zeker weten dat er geen gekke dingen tussen zitten. En nadat dat allemaal klaar is mogen ze de zeep in!
Wil je deze frisse en vrolijke zeep zelf proberen? Hier kun je hem bestellen. We zijn heel benieuwd wat jullie ervan vinden. En of je het nu op een terrasje of onder de douche doet: geniet van de lente!

Amandelbloesem maceraat maken

Van bos tot bad
Amandelbomen zijn een van de eerste bloeiers van het voorjaar. Nog voor ze blaadjes hebben staan de takken vol in bloei. Een feest van kleur en geur na een lange koude, kale winter!
Amandelbloesem geurt heerlijk zoet en kruidig, je kunt er de geur van marsepein in herkennen.
Die geur vangen we in olie en maken hier onze bloesemzeep mee, samen met maceraat van kersenbloesem en etherische olie van neroli (sinaasappelbloesem).
Maceraat van amandelbloesem
Macereren is niets anders dan plantenmateriaal een tijdje laten trekken in vette olie. De oplosbare stoffen van de plant trekken in het oplosmiddel, in ons geval is dat olijfolie.



Maceraat maken
De amandelbloesems laten we zes weken trekken in olijfolie. De geur trekt zo langzaam in de olie. Elke lente macereren we potten vol heerlijk geurende amandelbloesems voor in onze zeep. Het is elk jaar weer de truc voldoende maceraat te maken voor een jaar lang bloesemzeep.
In het filmpje hieronder zie je hoe het werkt. Zo eenvoudig is het!
Je kunt met het maceraat van alles doen, naast zeep kun je er ook massageolie van maken bijvoorbeeld. Of gebruik het als basis van een saladedressing, dat voelt bijna alsof je de lente over je eten sprenkelt.
En je kunt natuurlijk allerlei bloemen gebruiken om een maceraat van te maken: wat dacht je van kersenbloesem, koolzaadbloemen, magnolia, paardekastanje, seringen, rozen…