Koolzaad kun je eten. Niet alleen het zaad of de bloemetjes; ook de jonge stelen en blaadjes! En ze zijn lekker. Je proeft dat ze wild zijn: ze smaken wat pittiger dan geteelde groenten. En het mooie is, de bermen staan er in deze tijd van het jaar vol mee!
We verwerken koolzaadbloemetjes in de lentezeep, het is immers het eerste moedige bloemetje dat in het vroegste voorjaar aan de bosrand verschijnt.
Maar ik maak er ook altijd wel iets te eten mee, want zulk gezond voedsel dat zomaar aan mijn voeten groeit, tja, daar moet ik wat mee. En het lekkerste recept dat de afgelopen jaren is ontstaan met koolzaad deel ik vandaag hier!
Koolzaad vs Cime di rapa
Toen Laurens en ik jaren geleden voor het eerst in het zuiden van Italië olijven plukten in de olijfgaard van een vriend, stond er elke dag ’s middags een heerlijke pasta op tafel. En soms was dat met cime di rapa, een soort oer-raapsteel. Deze cime di rapa werd net zo lang gekookt als onze oma’s groenten gaarden, maar dat is in dit gerecht werkelijk lekker. Het is een armeluisgerecht, maar zoals altijd weten Italianen daar een goddelijke draai aan te geven.
Hieronder vind je het recept met als vervanging van de traditionele cime di rapa koolzaad. Het is een vergelijkbaar stoere groente en je kunt ze dan ook prima verwisselen.
Wildplukpasta
Vanaf februari tot eind april kun je koolzaad oogsten. In het begin zie je nog vooral vroege stengels en blad, met hier en daar een bloemetje. Maar in april barst het los en kun je niet meer om de zee van gele bloemen heen. De bosrand, en ontelbaar veel bermen staan er vol mee: ze groeien waar ze maar kunnen. De geur is kruidig zoet en de lucht is er vol van boven zo’n gele zee. Oogsten is dan ook in een oogwenk gepiept.
Recept wildplukpasta met koolzaad
-Pluk een pannetje vol blad en de bovenste delen van de stelen. Bloemetjes aan het einde welkom
-Was ze en snijd ze fijn, vooral de stelen, zo voorkom je langdradige vezels in je pasta. Houd de bloemetjes apart.
-Zet ze onder water met drie laurierblaadjes, vijf tenen knoflook, een theelepel zout en een flinke scheut venkelzaad (heel belangrijk in dit recept!): zo’n twee eetlepels.
-Kook dit helemaal gaar. Ten minste 45 minuten, mag ook anderhalf uur.
-Kook de pasta beetgaar (dit moet dan weer bepaald niet te ver gekookt).
-Meng de pasta met de koolzaad-cime di rapa. giet een scheut van het kookvocht mee.
-Serveer met peper en zout en het allerbelangrijkste: goede, verse, pittige olijfolie. Wees royaal met de olijfolie.
-Optioneel kun je hier nog wat vegan parmezaan overheen strooien (meng cashews, zout en edelgist in de keukenmachine tot een hartige strooikaas).
-Strooi de bloemetjes er overheen.
Zeker in de bijna zomerse warmte die april soms biedt is dit een heerlijk gerecht. Het brengt Puglia zomaar heel dicht bij.
Het olijfbladhydrolaat voor onze olijfzeep stoken we trouwens van blad van dezelfde gaard in Puglia: La Lamia is een klein perceel met een tiental olijfbomen die Andreas geheel biologisch onderhoudt. Hij maakt dan ook fantastische olijfolie die ik één-dag-vers heb mogen proeven, dat is bijna scherp alsof er peper in zit. Dat pittige zijn antioxidanten waar verse olijfolie vol mee zit. Als je daar aan kunt komen moet je echt een scheut over deze pasta schenken!
Geef een reactie