In aanvulling op Rinskes blog over ons Portugese avontuur deel ik hier graag wat van onze belevenissen.
Dank iedereen voor alle leuke reacties op de vorige blog, echt superleuk om te lezen!
~
Ga ervoor zitten, of scroll er vluchtig doorheen, want dit wordt een lange blog met lekker veel foto’s.
Laat ik beginnen met het uitzicht over de vallei: vanuit het keukenraam is ons uitzicht telkens anders. In de winter beginnen de ochtenden vaak met mist en ik kan er geen genoeg van krijgen.
Roxy (veel gespot figurant in het Zeepboek) is natuurlijk meegeëmigreerd! (Samen met Daisy uiteraard.)
Of nou ja, onze geadopteerde hond Dali. Hij kwam zo’n beetje mee met het huis, omdat het niet makkelijk is om een nieuw huis te vinden voor een blinde hond van elf dachten wij, ach, dan blijft hij toch gezellig?
Dus toen waren het er drie.
Deze kurkeik is toch wel één van de prachtigste bomen uit ons bos. Ik heb een groot zwak voor eiken sinds ik jarenlang vanuit het raam kon staren naar de mooie zomereik-woudreus van Wickenburgh. Deze kurkeik is minder groot en staat niet pal voor het raam, maar is wel een fijne bestemming voor de dagelijkse hondenwandeling.
Eén van de redenen om zo gek op Portugal te zijn is het klimaat: je kunt er het hele jaar door groenten telen en sommige subtropische bomen groeien er ook zonder problemen, ondanks dat het toch best een paar graden kan vriezen ’s winters. Naast de tientallen citrusbomen staat hier ook een loquatboom, die in december vol bloesem staat en in mei vol geel fruit hangt. Dat moeten we nog meemaken, ik heb nog nooit een loquatvrucht gegeten…
De eerste mandarijnbloesem sinds onze aanwezigheid hier ontdekte Laurens als eerste. Hij riep me, ervoor staand om het zicht te verhullen, en ik ontdekte de overweldigende geur inderdaad voordat ik het zag. Ik weet niet meer wat voor kreet ik uitsloeg maar het was een puur vreugdemoment.
Het bijzondere van al dat citrusfruit is dat er zomer- en wintersinaasappels groeien, mandarijnen, clementines, citroenen en we dus bijna het hele jaar door elke dag vers sap uit de tuin kunnen drinken. El-le-ke dag. Wat een feest!
Citroenbomen doen niet aan seizoensstop: het hele jaar rond zie je hier en daar een bloesem (en wat zou ik graag de geur van citróenbloesem vangen en via je scherm laten ruiken, echt zo fantastisch!), hier en daar babycitroenen én volgroeide citroenen, allemaal tegelijk.
Er staan hier her en der olijfbomen. Afgelopen november hebben we ze uitgekamd en het resultaat ingemaakt. In de toekomst, als de bomen weer in optima forma gesnoeid zijn en hopelijk vol olijven hangen gaan we ze persen tot olijfolie. We wonen niet voor niets in een voormalige olijfolieperserij!
Kurkeiken en medronhostruiken groeien graag samen, dus die willen we beiden beschermen en vermeerderen. In ons bruiloftscadeau van de andere Werfzepers zaten heel toepasselijk medronhozaden.
Het lijkt me een mooi streven om jaarlijks tientallen kurkeiken te poten. Ik heb dit najaar zakkenvol in de berm ontsproten eikels verzameld om in bakken tot miniboompjes te laten groeien.
Het is grappig om planten te herkennen waarvan ik afgelopen nazomer nog dacht dat ik die voorlopig niet zou zien… zoals mijn geliefde brandnetel. Maar die groeit hier wel degelijk! Alleen niet zichtbaar in de droge zomer: nu de winter eindigt staan ze in groten getale te bloeien. Ook paardenbloemen, wilde calendula, pruimen, amandel en rozemarijn, het bloeit allemaal nu. Ik zag in februari bij de buren zelfs al een magnolia bloeien! Het is hier allemaal herkenbaar – en toch anders.
Vanuit mijn bostuin op Wickenburgh heb ik een aantal planten gestekt en zaden verzameld. Van onze amandelboom, zo’n acht jaar geleden in het bos uitgepoot, heb ik de gevallen amandelen geraapt en in een bak aarde gezet. En het werkt! Zo ook een aantal walnoten en kamperfoelie-, vlier- en smeerwortelstekjes. Of ze de zomers hier aankunnen is de vraag, maar dat zie ik graag gebeuren.
Nog een Wickenburgher: de aloë vera-reus die ik van Marijn heb gekregen.
We zijn aan het voorzaaien geslagen. Nu is het de kunst om al die honderden kiemplantjes groot te brengen, want we zijn wel erg enthousiast begonnen…
Links het begin van de moestuin. Permacultuurmoestuinier Linda Woodrow inspireerde ons om een ronde mandalatuin te beginnen. Dit scheelt heel veel looppad-ruimte en een vijvertje middenin biedt ruimte aan natuurlijke plaagbestrijders (zoals kikkers).
We hebben twee bedden klaar, hoog tijd om hier een parel van te maken!
We zijn, ik zei het al, heel erg veel planten aan het voorzaaien: zeker dertig soorten pepers, aubergines, tomaten, pinda’s, okra, Portugese kool en ga op het moestuinpad nog maar even door; op het terras staan ook allerlei cherimoyaboompjes, chuchu (van onze nieuwe buurvrouw gekregen om op te kweken), passievrucht, mango en aloë vera te wachten om uitgepoot te worden. In het midden zie je mijn citroenboompje die ik twee jaar geleden nog in het boshuisje opkweekte uit een citroenpit – ik had toen niet durven dromen dat het boompje zo snel een vast huis kon krijgen!
Zodra we hier neerstreken (met een bus vol plantjes dus, maar ook met een zak compostwormen) zijn we een worm farm gestart, geheel in permacultuurstijl. Zij zorgen voor supercompost die er voor gaat zorgen dat alle bomen, en de moestuin, gezond blijven.
Mocht je het ook interessant vinden: we hebben hier zandgrond én rijke rode klei. Op de kleigrond stond ooit een wijngaard. Wie weet kunnen we die ooit terugbrengen…
Een andere interessante observatie is het effect van Acacia dealbata hier. Het wordt gezien als een plaag en dat is heel begrijpelijk: deze van oorsprong Australische plant woekert, met name na brand. En er is hier brand geweest, in 2017. Brand zorgt er onder andere voor dat stikstof uit de grond wordt onttrokken en acacia is een stikstofbinder: de wijze waarop de natuur een landschap repareert. Zoals je op de foto’s hierboven ziet, staan er links wat geel uitgeslagen citrusbomen die duidelijk voeding en onderhoud nodig hebben, en rechts een citrusboom gesmoord in de acacia, maar wél met diepgroen blad en vol sinaasappels (héél erg lekkere). Het is misschien te snel geconcludeerd, maar we hebben het vermoeden dat de acacia de citrus aan de nodige stikstof helpt. We halen dan ook niet alles weg maar snoeien een deel voor meer ruimte, en knotten een ander deel dat nu al weer langzaam uitloopt. Knotten zorgt er ook voor dat de plant onder de grond een deel van zijn wortelgestel afstoot, wat ook weer extra stikstof afgeeft aan de bodem.
Tot slot zijn we in ons inmiddels alweer voormalige kantoortje losgegaan met zaadjes van een rits tropische planten. Het kantoortje is klein en daarom makkelijk warm te houden. Een kachel in combinatie met een warmteplaatje heeft ervoor gezorgd dat we nu tamarindeboompjes hebben groeien, Perzische slaapboom, zwarte zapote, ylang ylang, rooibos, roze peper, papaya, vlindervormige Jackboon, bananen en een nog niet zo zekere koffieboon, we zijn benieuwd of die het haalt. Wij werken nu in de keuken – het kantoortje is overwoekerd.
Meer leven
Het thema hier is blijkbaar leven in de brouwerij brengen, vrij letterlijk – in deze coronatijd is er ook niet zoveel meer te doen dan dat!
Ik word er heel gelukkig van om zoveel mogelijk van mijn vrije tijd in te zetten om hier een weelde van planten te laten groeien. Vol diversiteit, vol inheemse vuurbestendige bomen, vol eten.
Daisy heeft dat thema duidelijk opgepikt en letterlijk genomen: zij werd in december verliefd op de buurhond, ze begonnen een romance waar wij nog een stokje voor probeerden te steken en die resulteerde in een serenade vanaf de weg van een net zo verliefde reu die nachtenlang op onze buitentrap doorbracht in de hoop een glimp van Daisy te vangen. Lang verhaal kort, onze pogingen bleken kansloos tegenover zoveel stelligheid en vorige week waren er ineens drie puppies! (En we gaan ervoor zorgen dat dit de laatste zijn…)
En toen waren het er zes…
♥
Geef een reactie