Al sinds de wisseling van de seizoenszeep was ik van plan om een lenteblog te schrijven, maar door de corona-crisis was ik ineens mijn stem kwijt. Niet letterlijk, maar alles wat ik te melden had, leek ineens verschrikkelijk futiel. Ik schreef zomaar helemaal niets meer, ook niet in dagboekvorm, terwijl er meer was om over te schrijven dan ooit, zou je denken.
In plaats daarvan las en zag ik meer nieuws dan ik aankon, ik denk dat we dat allemaal gedaan hebben. Op zich goed, we hebben ons collectief zo goed als dat gaat aangepast aan de nieuwe realiteit en maatregelen.
Wel krijgen we bij Werfzeep steeds een beetje vaker reacties zoals ‘ik kijk uit naar de volgende blog’ en toen Rinske afgelopen donderdag mijn favoriete bosvaren op de socials deelde, bleken jullie juist graag weer in een blog meegenomen te worden naar het bos.
Nou, daar gaan we..!
Want hier zit ik het merendeel van de week.
Als Corona-maatregel hebben we het werk in het zeepatelier zo ingedeeld dat we steeds in een klein team werken, en dus zie ik slechts drie teamleden en Laurens, en verder niemand. De dagen dat ik niet bij Werfzeep in het atelier werk, ben ik dus in het Wickenburghse bos.
Het is een bizar fijne plek om je te bevinden als je dan toch sociaal geïsoleerd moet leven. De eerste weken voelde het wel ineens vreemd stil en eenzaam, terwijl ik hier toch al acht jaar heel vaak alleen ben en me er nooit alleen voel.
Inmiddels is de rust een beetje teruggekeerd en draait het leven gewoon door. Toen de crisis uitbrak was het bos nog leeg, koel en kaal. Inmiddels is het een herrie van jewelste en de groene waas aan blaadjes is van de grond af aan naar boven gekropen. Zelfs de eiken staan al in blad.
Deze eik met zijn prachtige gekronkelde takken zo breed als bomen staat hier waarschijnlijk al langer dan dat het bos bestaat. Ooit, toen dit nog een weiland was, stond hij hier al.
Nog maar twintig dagen geleden was dezelfde eik nog zo kaal!
We hebben toen de omtrek van de stam met een meetlint opgemeten. Er bestaat een leuke formule waarmee je daarmee de leeftijd van de boom kunt uitrekenen. Raad eens hoe oud hij is?
Wildplukken als corona-remedie
Niet dat het ons tegen het covid-19 virus zal kunnen beschermen, maar gezond, wild eten helpt onze weerstand wel, en wildplukken is de perfecte remedie tegen piekeren. De afgelopen weken plukte ik van alles, ik zal hieronder een aantal plantjes en recepten met je delen.
Vanaf de prille lente kun je van een aantal planten voor je eten op aan: brandnetel, zevenblad, speenkruid, kleefkruid, dovenetel, hondsdraf en paardenbloem (waarvan je álles kunt eten!) groeien vroeg en vervolgens steeds weelderiger.
Voor het speenkruid moet je wel een jaartje wachten, want dat staat inmiddels in bloei en de blaadjes kun je het beste plukken als de planten juist nog níet bloeien.
Eén van mijn wandelrondjes resulteerde in een wilde palak curry: paardenbloemblad, paardenbloemwortel, wilde knoflook, brandnetel en zevenblad. Samen met gember en chili gepureerd, met ui en tomaat, verrassend lekker!
Paardenbloemknopjes zijn heel lekker ingemaakt als kappertjes (hiervoor kun je het recept voor kappertjes gebruiken in het hoofdstuk Oost-Indische kers in het Zeepboek!) maar ook kort gebakken met zout, zo uit de pan, zijn ze heerlijk.
Boswandeling
Wat kom je aan eten tegen tijdens een rondje door het bos? Zoals in de nieuwsbrief was aangekondigd zou ik vandaag een wildplukrondje maken en vastleggen waar ik zoal een maal van kan plukken.
Daslook bloeit in deze tijd van het jaar. De bladeren smaken sterk naar knoflook en de bloemetjes zijn lekker pittig. Daslook is beschermd en kun je dus niet zomaar overal plukken, maar als je ze ziet staan staan ze er vaak zo uitbundig bij dat voorzichtig een paar blaadjes plukken de planten geen kwaad doet.
Maar het is heerlijke, kruidige groente! Het lijkt qua smaak best veel op peterselie. En probeer peterselie maar eens zo te telen dat het net zo sterk en onuitroeibaar wordt als zevenblad: je hebt er geen omkijken naar en kunt als je zou willen dagelijks oogsten. Je kunt zevenblad gebruiken in alles waar spinazie in gaat, er rauwe andijviestampot mee maken (en dan de spinazie of andijvie weglaten), spreads maken, soep, en jonge, malse blaadjes kunnen rauw in de sla.
Over brandnetel kan ik een hele tijd doorgaan, het heeft niet voor niets een heel eigen hoofdstuk in het Zeepboek gekregen. Ik verwerk het in onze scheerzeep, brandnetelzeep (uit het boek), maak er pastasaus van, soep, pesto, gazpacho (recept staat in het boek), geroosterde zaadjes, maar ook warme soep zoals vanmiddag.
Al was dit meer dan brandnetelsoep, want er zat ook dovenetel, beukenblaadjes, daslook, zevenblad en kleefkruid in. Ik zal het recept morgen delen in een blogje!
Langs de vijver lopend zie ik dat de watermunt al flink groeit onder water: aan de waterkant is het nog karig, maar ook de munt van onder water geplukt smaakt heerlijk scherp naar munt.
Mijn rondje eindigde bij de moestuin, waar wildplukken natuurlijk niet echt meer opgaat. Maar ik laat toch even wat planten zien omdat ze zo mooi in bloei staan.
Laurens en ik hebben tot slot vanmiddag een composthoop on speed gebouwd, echt heel erg leuk om te doen en als alles meezit is deze berg over 18 dagen al compost! Als dat zo is, zou ik er een blog over kunnen schrijven want voor de tuiniers onder ons die dit proces nog niet kennen is dit natuurlijk wel heel fantastisch.
Tot slot heb ik een fantastische corona-podcast ontdekt die ik je niet wil onthouden: Lockdown van Man met de Microfoon. Vanaf aflevering 10 heeft hij ons er helemaal bij en luisteren we dagelijks uit naar een nieuwe uitzending. Aanrader als je het nog niet kent en van radio houdt!
Geef een reactie