Dit najaar bestaat Werfzeep dertien jaar! Onze zeep heeft in die tijd een hele reis afgelegd. In deze blog kijkt Evelien terug op het allereerste begin, in een kleine Utrechtse werfkelder. De kern van Werfzeep ontstond daar, en staat nu nog steeds overeind.
Biologisch
Het begon allemaal met nieuwsgierigheid. Dat is Eveliens tweede natuur, waarmee ze jaren geleden op de kunstacademie belandde. Ze vertelt: “Op een reis in Canada, vlak na mijn afstuderen, logeerden we bij een familie op de boerderij. Ze maakten alles zelf, ook zeep, in een pan in de keuken. Hier maakte ik voor het eerst kennis met natuurzeep, en merkte hoe mild dat was voor mijn overgevoelige huid. Ik hielp mee met zeep maken en was meteen verslingerd. Aan het fysieke proces, het smelten van blokken vet in de pan en de etherische oliën waar je unieke geuren mee kunt samenstellen. Terug in Nederland kon ik zulke zeep nergens vinden. Dat vond ik niet erg, want ik wilde meteen zelf de keuken induiken om wat eerste probeersels te maken. Daar ging ik mee door tot ik een paar maanden later zeep kon maken, wat je het begin van Werfzeep kunt noemen.”
Bijzonder was dat de zeep zelf Evelien vertelde welke kant het op moest. “Mijn eerste experimenten deed ik als armlastige net-afgestudeerde met goedkope olijfolie uit de supermarkt,” vertelt ze. “De overstap naar biologische olijfolie had een enorm effect. Ik had het gevoel dat ik opeens begreep wat er in de zeeppan gebeurde. Goedkope extra vergine olijfolie wordt aangepast qua zuurgraad. Zodra ik onbewerkte olie ging verzepen, werd het zeepbeslag niet meer als een speelbal heen en weer gegooid. Ik kreeg meer controle. Het verzepingsproces bevestigde als het ware dat ik goed bezig was. Dit principe heb ik stukje bij beetje doorgevoerd in elk ingrediënt dat ik gebruikte.”
Deze ‘donkergroene’ lijn volgt Werfzeep nu nog. We werken alleen met biologische, fair trade en food grade ingrediënten. Niet alleen uit principe – Evelien: “Als je zelf een merk bedenkt wil je trots zijn op alle aspecten” – maar ook omdat de geweldige kwaliteit van de zeep ons vertelt dat het werkt!
Ambachtelijk
Die eerste zepen ontstonden in de keuken van de werfkelder van Laurens en Evelien. Evelien maakte bijna letterlijk alles zelf. Van de mal voor de zeep tot de eerste flyer, die ze ouderwets drukte met loden lettertjes op de drukpers van de kunstacademie. De wikkels ontwierp ze met hulp van Laurens. “Ik geloof dat ik zelfs op die wikkels de lettertjes met de hand stempelde. Dus het logo stond er al op, en daar stempelde ik dan bijvoorbeeld ‘haverscrub’ onder.”
Het was Laurens die dat logo verzon, net als de allereerste naam: ‘ZeveP Utrechtse Werfzeep’. Evelien: “Zijn gedachte daarachter was heel lief: ‘Zevep, een beetje Evelien in je zeep’. Helaas bleek de naam al te bestaan, en we vonden het toch ook niet helemaal passen. Het tweede deel ‘Werfzeep’ was wel raak.”
Een naam verzinnen was niet het enige dat Laurens deed. Vanaf het begin was hij betrokken. Evelien: “Ik had die ‘kunstacademiementaliteit’ van alles zelf doen, al was het nog zo tijdrovend. Het was Laurens die voor het eerst berekende: zo leg je er een cent per zeep op toe. Of hij stelde bijvoorbeeld een manier voor om iets te doen die nog steeds handgemaakt en charmant was, maar waarmee ik honderd zepen kon maken in plaats van vijf. Ik accepteerde de beperkingen van het handwerk, maar doordat Laurens ernaast stond groeide ik in mijn manier van denken. Nog steeds puur handwerk, maar dan op een inventieve manier.”
We maken onze zepen nu weliswaar niet meer in een keuken aan huis, maar wel nog steeds aan een zeepaanrecht. Van plantenextracten maken, roeren in de pan tot het opgieten van de zeep: we doen het met de hand. In een zeepkeuken die door Laurens is gebouwd. En natuurlijk op de slimste manier!
Inventief
Het ambachtelijke combineren met slimme oplossingen en een ‘pioniersmentaliteit’, dat kenmerkt Evelien echt. Zo vertelt ze: “Één van mijn andere interesses is meubelmaken. Voor EKKO, waar ik destijds werkte, had ik de lange bestuurstafel uit 1911 gerestaureerd. Als dank kregen we die tafel een tijdje in bruikleen. Net als onze werfkelder was ‘ie heel lang, hij paste er net in. In de zomer zetten we hem buiten op de werf. Ik maakte de zepen in de keuken, maar ik stond ook vaak loogwater en maceraten buiten te maken. Af en toe voelde ik me net een heksje.”
Evelien ‘pionierde’ veel verschillende kanten op: naast zeep maakte ze ook crèmes, haarspoeling en nog veel meer. “Ik maakte crèmes die ik zelf nodig had, daarnaast luisterde ik naar wat mensen wilden en experimenteerde daarmee. Dus als iemand zei ‘massage-olie’ dook ik daar helemaal in: hoe maak je dat zo natuurlijk mogelijk, welke oliën dringen diep in je huid, welke blijven lang masseerbaar, etc. Ik maakte gezichtsreinigingstonic met hamamelis, balsem en vooral veel crèmes. Ik had zelf een supergevoelige huid, en de crèmes die ik maakte waren zo romig van textuur, mijn huid reageerde daar zo goed op, dat dat vertrouwen gaf om het ook aan bekenden te geven, en in tweede instantie te verkopen.” Proefkonijnen waren volop beschikbaar, in de vorm van familieleden.
Het verkopen gebeurde in een marktkraam, waarvoor Evelien ook de hele aankleding maakte. “Langzaam onstond er een soort zeepwereldje van vier meter lang,” vertelt ze. “We kregen heel veel positieve, maar ook verbaasde reacties. Veel mensen dachten ‘wat is dit voor museumkraampje’. Doucheflessen waren in die tijd de norm, vaste zeep kwam op ze over als iets heel ouderwets.” Terwijl ze juist iets nieuws deed.
Dat laatste is dertien jaar later wel anders. In 2022 is vaste (natuur)zeep weer normaal en maakt Werfzeep onderdeel uit van een breed ‘zeeplandschap’. Mooi om te zien, vinden we. Steeds meer mensen maken de overstap naar duurzaam en plasticvrij douchen. En gelukkig blijven jullie daarbij onze pure en ambachtelijke aanpak waarderen!
Trouw aan de basis
Vanaf het allereerste begin luisterde Evelien naar haar gevoel en ging ze met de stroom mee. “Er kwam een keer een vriend langs in de werfkelder,” vertelt ze. “Hij vond de zeep leuk, maar vroeg ook meteen dingen als ‘waar is je businessplan en waar ben je over vijf jaar’. Ik wilde dat bewust niet van tevoren invullen. Dat leek me beperkend. Tegelijk deed ik alles met het gevoel van ‘hier kan ik van gaan leven’.” Ze lacht. “Als mensen zeiden ‘hoe gaat het met je hobby’ was ik echt beledigd.”
En dat gevoel wees steeds duidelijker één kant op: richting zeep. “Ik maakte alles zonder conserveermiddel,” vertelt ze, “want dan heeft bijvoorbeeld een crème vol koudgeperste oliën de meest krachtige werking. Maar dat is heel ingewikkeld om op tijd bij de klant te krijgen. Als er een crème werd besteld, maakte ik die op de dag zelf. Naarmate de vraag groeide, werd dat steeds lastiger. Zeep heeft dat probleem niet: het is een droogproduct en als je goede, krachtige zeep maakt blijft dat jaren goed.”
Daarnaast besefte Evelien ook steeds meer wat voor bijzonders ze in handen had. “Op een gegeven moment wist ik dat ik niet meer steeds de vraag wilde volgen,” zegt ze. “Ik wilde niet een soort drogisterij in het klein worden, maar blijven bij de basis, daar waar de echte kracht voor mijn gevoel lag. Robuuste stukken zeep gemaakt van planten. De vaste crème-klanten mailde ik het recept voor de crèmes, en later nam ik het ook op in het Zeepboek. Vanaf dat moment kon ik me echt richten op waar het om ging: zeep.”
Robuuste, eerlijke zeep van planten. Ambachtelijk en biologisch gemaakt, op inventieve manieren die zorgen dat we niets op onze principes hoeven in te leveren. Dat is Werfzeep. Toen, en nu nog steeds!
Volgende keer: Evelien over haar verhuizing naar het Wickenburghse bos en het opdoen van haar grote plantenkennis.
Geef een reactie